24.1.1543 Ontvangt CORNELIS VAN RIJSWIJCK JANSZN de ambachtsheerlijk, heid met verval en als onsterfelijk leenerf. 27 -1.1543 Compareert SWEER VAN RIJSWIJCK GERRITSZN. en ontvangt het genoemde leen als hierboven. 28. 701543 CORNELIS SWEERSZN VAN RIJSWIJCK,beleend gelijk zijn voorvaderen dit hadden. 3.10.1554 COmp.JAN VAN CLOOTWIJCK REIJERSZN. Als man en kerckvoocht van FLORIS(JE?) SWEERSDR.VAN RIJSWIJCK en dat na dode van CORNELIS SWEERS VAN RIJSWIJCK,haar broeder. 13, 301560 Comp. JAN VAN CLOOTWIJCK,als vader en voocht van CORNELIS, zijn zoon, onmondig, na het overlijden van zijn moeder, FLORIS ZWEERS VAN RIJSWIJCK.
Zweer ís nog geen zes maanden heer van Rijswijk,want op 28.7.1543 wordt Cornelis van Rijswijk met de heerlijkheid beleend,bij dode van Zweer,zijn vader(Leenboek 1, fol,40,en II,fo1.26-27);híj overlijdt elf jaar later kinderloos,want op 3.10.1554 wordt Jan van Klootwijk beleend,voor Floris,dochter van Zweer van Rijswijk,zijn vrouw,bij dode van Cornelis,haar broer (Leenboek I,fol,40v.,en II,fo1.28). Op 14.3.1560 wordt Jan van Klootwijk opnieuw beleend,nu voor zijn zoon Cornelis, bij dode van Floris van Rijswijk diens moeder(id.).Jan van Klootwijk overlijdt ca. twee jaar later,waana op 16.4.1562 Cornelis van Klootwijk beleend wordt voor Cornelis,wees van Jan van Klootwijk, zijn broer (Leenboek I,fol,40v.,en III,fol.16). En om het verhaal helemaal rond te maken:na het overlijden van Cornelis van Klootwijk Janszoon,díe in 1569 in het leenregister vermeld wordt(LRK 340,fol.148v-149) vererft de heerlijkheid blijkbaar naar Assueer van Klootwijk, die de Ríjswijkse bezittingen op 26.11.1593 overdraagt aan kapitein Gerard Sprunck (LRK 138, fol,204v.-205) gezien zijn naam lijkt hij een broer van Cornelis,vernoemd naar grootvader Zweer van Rijswijk.