Hij werd in 1369 voor een vergrijp beboet door de kwartierschout van Oisterwijk. Op 21 juni 1388 geloofde Heyn of Henneken 4 lopenzaad rogge aan Wouter van den Brekelen. In het schepenprotocol van den Bosch over de jaren 1376-1383 wordt hij 'Henricus filius quondam Joannis de Nova Domo' (zoon van Jan van het Nieuwe Huis) genoemd.