http://www.zuiderent.ch/kwst/gen15b.htm ===================================================== Uit de getuigenverklaringen bij het proces in 1544 zei een vrouwelijke getuige o.a. dat zij tegen Catrijn, heer Reijner Joostens vrouw, had gezegd, dat haar kinderen evenals de andere dorpskinderen, Heer Reijner Joosten "Heeroom" moesten noemen, maar Catrijn had geantwoord: ,,Wat! Het is hun vader, en zullen zij hun vader geen vader mogen noemen?" In het gehele proces komt moeder Catharina veel beter naar voren dan haar wettige man, de pastoor, want deze gaf zijn moeder Geertruijd van Braeckel de schuld van alles.