Hendrik Huybertszn Doedijns

• Birth Notes
  • tussen 1658 en 1667
    =======================================================
    Hendrick ook Henricus Huybertsz. Doedijns, geb. ca. 1658/1667, studeerde te Leiden voor advoaat en oefende enige jaren een advocatenpraktijk uit.
    Was 31.10.1685 poorter van Gorinhem, woonde toen bij een nicht van zijn moeders kant genaamd Mata Deijm, gehuwd met Johan van der Stael.
    Op 26.10.1687 trad hij op als getuige bij een notaris (GA. Gorinchem 4064, fol. 188v.) en op 20.11.1688, 14.10.1689 en 24.10.1699 als notaris te 's- Gravenhage. Er moet met zekerheid meer te vinden zijn.
    Was uitgever van het weekblad 'Haegse Mercurius', ongehuwd overleden te Amsterdam en aldaar begraven in de Nieuwe Kerk op 21.3.1700. Van hem is een levensbeschrijving geschreven in "Levende Talen', juli 1968 blz. 396-405, door P.J. Buijnsters.
    Het zou te ver voeren om dit hele artikel hier opnieuw te publiceren. Ik vermeld slechts een deel van het totaal.
    - 'Hendrik Doedijns stamt uit een aanzienlijk ofschoon geenzins onbesproken geslacht, afkomstig van het Land van Heusden en Altena, maar in de loop der zeventiende eeuw tot hoge positie gekomen in Den Haag. Zijn overgrootvader Hendrik Aartszoon Doedijns wist zich op te werken tot Commies (hoofd) ter Finantie van de Staten van Holland. Intelligent, vrijgevochten, tuk op geld, man van de wereld, anticipeert hij in meer dan een opzicht op zijn lieve "naneef" de Haagse Mercurius. Hij bewoonde een kapitaal huis op het Buitenhof. In 1624 werd hij wegens kwalijke financiële praktijken en brutaliteit ontslagen, hetgeen evenwel de carrière van zijn kinderen niet in de weg heeft gestaan.
    Zijn zoon Jan althans verwierf de rang van kolonel der Haagse schutterij en bekleedde herhaaldelijk de functie van burgemeester en vroedschap in de residentie.
    - Jan Doedijns trouwde 29 juni 1625 (was ondertrouw, P.S.) met Wilhelmina Loquermans uit Heusden. Ze kregen, voor zover bekend, één dochter Elisabeth die met een Haagse arts huwde, en vier zoons: Hubertus, Willem, Hendrick en Marus, welke - op Willem na- allen advocaat werden.
    Willem Doedijns (gedoopt Heusden 25 mei 1631), een oom van onze journalist, gold in zijn dagen als een bekwaam schilder van historische, bijbelse en mythologische taferelen. Hij ontvangt dan ook diverse officiële opdrachten o.a. voor het beschilderen van het Haagse stadhuis. Marcus Doedijns was bij zijn overlijden pensionaris van Den Briel, terwijl de oudste zoon van Jan Doedijns, Hubertus, sedert 17 september 1669 tot zijn dood op 24 mei
    1680 als advocaat-fiscaal van den Raade en leenhove van Brabant optrad.
    Laatst genoemde is de vader van de shrijver Hendrik Doedijns.
    De Doedijnsen behoorden tot de gereformeerde kerk.
    Na zijn studie recihten wordt hij dus schrijver en uitgever van de Haegse Mercurius. Op 7 augustus 1697 gaf hij het eerste nummer van dit blad uit. Het telde vier ongenummerde pagina's in kwarto en kwam twee maal per week uit, woensdags en zaterdags, tegen de prijs van één stuiver per nummer.
    In totaal verschenen er 219 nummers.
    De stijl van schrijven - was in tegenstelling tot andere nieuwsbladen een openbaring. Een man die zichzelf even scherp beoordeelde als zijn medemensen. Dat dit niet in dank werd aangenomen mag blijken uit zijn verhuizing naar Amsterdam. De schrijversgrond in Den Haag werd hem te heet onder de voeten. Het mee huilen met de wolven in het bos was hem vreemd.
    We kunnen duidelijk stellen dat Hendrik Doedijns een buitenbeentje was. Iemand die buiten de perken van het toen gangbare liep.