Adriaen Peter Stacens wordt op 22-6-1591 in Cleijn-Waspik genoemd bij een vrijgift met Jan Wouterss, als voogd van de kinderen van Jan Jans Schoenmaker.
Op huijden desenxixe october 1591 in Capelle compareerden Adriaen Doedijns Aertss ende Jacop Corneliss, beijde burgemr Cappel, ende heeft gelooft ende verwilkuert schuldich te wesen Aentken Mertensdr., weduwe Adriaen Thoniss den Jongen. Toegevoegd: Adriaen van Clootwijck, Anthonis den Jongen, Adriaen Peeterss [man van Janneke Adriaens], Peeter Geeritss [man van Anneken Adriaens], als erfgenamen van Aentken, sijn voldaen. Anthonis den Jongen neemt de ƒ 100 die Geertruijt Adriaenss, suster, toecomt voor sijn last op 11-6-1606.
Op 27-12-1607 in Waspik was sprake van een wilceur tussen Adriaen Frans Geritsz van Raemsdonck en Adriaen Peter Stacen van Cappel.
Zie: "GTMWB" 1996 en http://www.rat.de/kuijsten/genealogie/kuijsten/kwartcwk.html.