1618 Op den 30 dach july 162[?]8 is de drossart van Heusden, J. Spirinck, ghestorfven, ende daer nae op den 9e dach septembry is Ghertken Moer, Thunes Aerdtsoon huysvrouwen gestorven, ende op den XI dach begraefven bron: http://home.kpn.nl/kloe0040/Babylonienbroekbegraven.html ==================================================== Ghertke Moer
overleden op zaterdag 9 september 1617
Vrouw overleden op 9 sep 1617 begraven op 11 sep 1617 Babyloniënbroek
B'broek en Hill, NDG begraven 1612-1653 (Streekarchief Land van Heusden en Altena) Verzameling DTB,n (fol 4v) Op fol 1r staat bovenaan vermeld: van het barencleedt van Aerdt Gertsoon van Hagh-oordt aen den Predicant ghegheven om van het ghebruijck der selfve te disponneeren. en verder nog: Dese Register Boeck van onsen ghemeijnte van Babylonien Broeck ende den Hill beginnende in den Jaere Sestijen hondert ende thien hebbe ick gecocht kost ses ende twijntich stuijvers, twelcke ich niet voldaen ende ben, van de onkosten, omdat ich dije behoude voor mijn ende nacomelinghen tot eener gedachtenisse van mijn kerckelijcke regieringhe David de Pijre (deze tekst lijkt doorgehaald te zijn) en hieronder: van het barenkleedt de luijden hebben het matich gebruijck verandert sij houden het barenkleedt bij hun drije off vijer daghen daerom hebben wij oock goedt ghevonden, dat sij voor een ijder dach dat sij t gebruijcken sullen geven vijff stuijvers, ende soo zij t maer eenen dach off twee ende gebruijcke thien stuijvers. David de Pijre op fol 21 r staat: mijne kercke register boeck dien ick op den neghentiende dach Junij duijsent ses hondert een end vijfftich bij Jan Wilhemsoon boeckbijnder tot Gorckum ghecocht hebbe, ende op dien dach betaelt vijff guldens. Dese registerboeck sal ick met Godes hulpe behouden voor mijn ende voor mijne erfgenamen ande kijnderen.
B'broek en Hill, NDG begraven 1612-1653 (Streekarchief Land van Heusden en Altena) Verzameling DTB,n (fol 13v) Op fol 1r staat bovenaan vermeld: van het barencleedt van Aerdt Gertsoon van Hagh-oordt aen den Predicant ghegheven om van het ghebruijck der selfve te disponneeren. en verder nog: Dese Register Boeck van onsen ghemeijnte van Babylonien Broeck ende den Hill beginnende in den Jaere Sestijen hondert ende thien hebbe ick gecocht kost ses ende twijntich stuijvers, twelcke ich niet voldaen ende ben, van de onkosten, omdat ich dije behoude voor mijn ende nacomelinghen tot eener gedachtenisse van mijn kerckelijcke regieringhe David de Pijre (deze tekst lijkt doorgehaald te zijn) en hieronder: van het barenkleedt de luijden hebben het matich gebruijck verandert sij houden het barenkleedt bij hun drije off vijer daghen daerom hebben wij oock goedt ghevonden, dat sij voor een ijder dach dat sij t gebruijcken sullen geven vijff stuijvers, ende soo zij t maer eenen dach off twee ende gebruijcke thien stuijvers. David de Pijre op fol 21 r staat: mijne kercke register boeck dien ick op den neghentiende dach Junij duijsent ses hondert een end vijfftich bij Jan Wilhemsoon boeckbijnder tot Gorckum ghecocht hebbe, ende op dien dach betaelt vijff guldens. Dese registerboeck sal ick met Godes hulpe behouden voor mijn ende voor mijne erfgenamen ande kijnderen.